De dekkingsbijdrage (ook wel bekend als de contributiemarge) is een kengetal vanuit het financieel management waarmee je de winstgevendheid per product kan berekenen. De dekkingsbijdrage is de marge dat overblijft om:
- de constante kosten te kunnen betalen
- en om winst te kunnen maken.
De dekkingsbijdrage wordt vaak uitgedrukt in een percentage.
Formule dekkingsbijdrage (contributiemarge)
De formule om de dekkingsbijdrage te kunnen berekenen is als volgt:
Afzet x (verkoopprijs – variabele kosten per product) = Dekkingsbijdrage
Voorbeeld:
- 1 x (€ 100 – € 10) = Dekkingsbijdrage
- 1 x (€ 90) = € 90
- € 90 / € 100 = 90% (Contributiemarge)
Wanneer de verkoopprijs van een product €100 is en de kostprijs €10, Dan is dekkingsbijdrage 90%.
Het verschil tussen de dekkingsbijdrage (contributiemarge) en brutomarge
De dekkingsbijdrage houdt bij het vaststellen van de winst rekening met de variabele kosten die per product gemaakt worden. De brutomarge houdt alleen rekening met de vaste kosten. Variabele kosten als rentekosten, verkoop en reclamekosten worden hierbij niet ogenschouw genomen. Dit maakt dat met de dekkingsbijdrage of contributiemarge de nettowinst per product nauwkeuriger vastgesteld kan worden.
Wat zijn variabele kosten?
Variabele kosten zijn kosten die samenhangen met het maken van een product of dienst. Variabele kosten nemen dus toe wanneer je meer producten of diensten maakt. Voorbeelden van variabele kosten zijn:
- Grondstof
- Personeel (arbeidsuren)
- Verpakking
- Transport
Binnen de variabele kosten kun je een onderscheid maken tussen:
- Proportionele variabele kosten
- Progressief variabele kosten
- Degressief variabele kosten
Proportionele variabele kosten
Proportionele variabele kosten zijn kosten die evenredig meestijgen met de afzet of het maken van een product of dienst. Dit wil zeggen dat de variabele kosten per product of dienst altijd hetzelfde is, ongeacht het aantal producten of diensten die je maakt. Een eenvoudig voorbeeld zijn de kosten van verpakking. Als verpakking € 2 per stuk kost en je verkoopt 100 stuks. Dan zijn je verpakkingskosten 100 x € 2 = € 200. Wanneer je verkoop met 50% stijgt naar 150 stuks, stijgen je verpakkingskosten ook met 50%. Want 150 stuks x € 2 = € 300 aan verpakkingskosten. (€ 300 – € 200)/€ 200 x 100 = 50%. Belangrijk om te beseffen, is dat bij proportionele variabele kosten de dekkingsbijdrage (contributiemarge) hetzelfde blijft. Hierdoor hou je per verkocht product of dienst evenveel winst over.
Progressief variabele kosten
Bij progressief variabele kosten stijgen de kosten harder dan de afzet of het aantal producten die je maakt. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in loonkosten. Wanneer je meer producten of diensten moet maken en je medewerkers meer overuren moeten maken, dan zul je waarschijnlijk voor de overuren meer loonkosten maken. Voor de extra loontoeslag kunnen je loonkosten stijgen van bijvoorbeeld € 20 per uur naar € 23,50. Belangrijk om te onthouden, is dat bij progressief variabele kosten de dekkingsbijdrage (contributiemarge) daalt. Hierdoor hou je per verkocht product of dienst minder winst over.
Degressief variabele kosten
Degressief variabele kosten zijn kosten die per gemaakt product of dienst dalen. Dit zie je vaak bij productiemiddelen met onbenutte capaciteit. Denk aan transportbus die een capaciteit heeft van 300 dozen. Wanneer het transport naar een specifieke klant een vast tarief heeft van € 100. Dan zullen de variabele kosten van een bestelling van 100 dozen leiden tot transportkosten van € 100 / 100 = € 1 transportkosten per doos. Wanneer de afzet stijgt van 100 naar 200 dozen, dalen de transportkosten per doos ook. € 100 / 200 = € 0,50 transportkosten per doos. Belangrijk om te onthouden, is dat degressief variabele kosten leiden tot een stijging van de dekkingsbijdrage (contributiemarge). Hierdoor hou je per verkocht product of dienst meer winst over.